woensdag 7 januari 2015

Kunstenares Ellie

Soms heb ik een opwelling. Dan zie of hoor ik iets en dan denk ik:" wat zal ik het leuk vinden als ik dat zou kunnen. "

Bijvoorbeeld: iemand die heel ritmisch kan dansen, heel soepel is. Ik kijk daar dan naar en denk: "wat zal ik het leuk vinden als ik dat zou kunnen. "
(Met drank op ben ik ervan overtuigd dat ik het kan.)

Als ik iemand hoor zingen, en het klinkt ook nog, dan wil ik dat óók!
(Inmiddels heb ik een zing verbod gekregen door Wim.)
 
Vandaag had ik ook een opwelling. Ik zag mijn beker op mijn ontbijt bordje staan en ik dacht: "wat zal ik het leuk vinden als ik dat precies na kan tekenen. "
Zie onderstaande foto.
Een klein stemmetje in mij zei: Ellie, probeer het maar niet, je weet hoe je tekenprestaties zijn.
(Een mens teken ik nog steeds als een rondje met wat streepjes er onder.)

Maar tóch wilde ik het proberen, want misschien ben ik, zonder dat ik het door had, een ware kunstenares geworden!
 
Ik pakte de dichtstbijzijnde kladblok en pen.
 
Daar zat ik dan... ik staarde naar mijn ontbijt bordje en dacht: en nu?

Iemand die wél kan tekenen zei een keer: "aaah joh, gewoon tekenen wat je ziet."

Euh, oké? Wat zie ik?

Een bordje met een beker er op.
Ik sprak mezelf aan dat ik beter moest kijken.

Ik zie het bord als een rondje, laat ik daar dan maar mee beginnen. Ik zet de pen op het papier en ik doe mijn best om een lijn te zetten in de vorm van een rondje.
Oké, missie 1 is al mislukt, er zit een dikke boggel in mijn bord!

Door gaan, misschien wordt het hierna beter.

Het lijkt wel of er in het midden van het bord 2 rondjes zitten (schaduw?) Maar ook die eindigen niet zo op het papier als dat ik het voor me zie.

 En dan de beker, er zit een special effect in: door het oortje zie je een stuk bord. Hoe ga ik dát nou weer voor elkaar krijgen?
Na wat twijfelen begin ik bij de onderkant van de beker.
Ik zet een stip op het papier. Ik zet nog een stip waar de onderkant ongeveer ophoudt en trek vervolgens een lijn.

Zo, die staat. En nu?

Nu moet de lijn naar boven, hij loopt eerst schuin en dan wat boller. Ik snap het niet hoe ik dat moet doen.  Ik doe een poging en kom tot de conclusie dat het lijfje te smal wordt.

Opnieuw.

Ja, deze keer wordt hij wat boller. Andere kant nog even en dan is het lijfje klaar. 

Ik kijk naar het oortje en ik vraag me af waarom ik dit eigenlijk wilde proberen. Ik zet wat lijnen en besluit dat het wel genoeg is geweest.

Ik kijk naar het eind resultaat en grinnik. Nee, het is duidelijk:  ik ben niet plotseling een kunstenares geworden!
 
 
Nouja... van dit kunstwerk is er maar één op de wereld. Wie biedt?!


 

maandag 5 januari 2015

opa en oma

 
Terwijl ik zit te lunchen kijk ik naar buiten.
Ik zie een kindje fietsen, ik gok een jaar of 6. Vervolgens kijk ik naar de klok, het is vijf over 12.  Die mocht vast eerder weg van de juf.
Een paar meter achter hem zie ik een oudere dame fietsen met een meisje achterop.
Ik vermoed dat dit oma is met de kleinkinderen.

Opeens komen de herinneringen van mijn (basis)schooltijd boven.
Soms ging ik tussen de middag naar opa en oma, fantastisch vond ik dat!
Ik ben gek op warm eten, dus het was toen altijd feest: 's middags bij opa en oma warm eten en als ik geluk had, 's avonds thuis nog een keer.

In de keuken aten we, de tafel van de muur geschoven. Dat was mijn plekje; tussen de tafel en muur in. Ilse tegen over mij, opa links en oma rechts.

Bij opa en oma lag mama haar bestek van vroeger. Als ik daar mee at, leek het wel of het eten nóg lekkerder smaakte.

De liefde, de warmte waarmee ik altijd overspoeld werd overdonderd mij op dit moment. Ik voel het, terwijl ik alleen aan mijn eigen keuken tafel zit.

Van die typische dingen die bij opa en oma horen: een snoepje bij het verlaten van het huis, en dan ook één mee voor onderweg. Soms als ik een afscheidskus gaf werd er stiekem een in mijn handen gedrukt door opa.
Mijn eigen spaarpot die bij opa en oma thuis stond, die ik af en toe op ging tillen om te voelen of er wat bijgekomen was
De ijsjes, vruchtjes, Japanse mix waarmee we volgestopt werden als we kwamen logeren. 's ochtends kregen we broodjes hagelslag en thee. Op één of andere manier kan niemand dat zo lekker klaar maken als opa en oma.
En nog zo veel meer dingen om te benoemen..

Als de school pauze voorbij was liep oma een stukje met mij mee naar mijn fiets. We sloegen dan een arm om elkaar heen en zongen: "wij zijn 2 vrienden, jij en ik."

Ik hoop dat die kindjes die ik net zag fietsen net zo'n fijne tijd hebben bij oma als dat ik heb gehad.
 
Ik sluit dit verhaal af met gemengde gevoelens: trots, dankbaarheid dat ik dit heb mogen meemaken, maar ook verdriet, omdat ik ze mis.
 
"Wie geeft wat hij heeft, is het waard dat 'ie leeft."